Zoals gebruikelijk mag ook de dominee een stukje schrijven. Echter hoe zal ik zo schrijven dat ik u wel aanmoedig om gul te zijn, zónder dat u het gevoel krijgt dat ik u het geld uit de zak klop? Misschien helpt Psalm 24 daarbij: Al d’ aard’ en alles wat zij geeft, met al wat zich beweegt en leeft, zijn ‘t wettig eigendom des HEEREN. Zijn we het daarmee eens? In theorie misschien wel, maar in de praktijk, als je kijkt naar je huis, jouw tuin, jouw portemonnee. Lukt het dan ook om te zeggen: dit is het wettig eigendom van de Heere! Natuurlijk, we weten het wel dat deze aarde door God geschapen is. Door onze economische manier van denken hebben we echter toch heel erg het gevoel dat iets van ons is als we er zelf voor hebben betaald en gewerkt.
Nou… Misschien zit er ook wel wat in. Terwijl deze aarde écht het wettig eigendom van de Heere is, zegt onze God ook: “Al het Mijne is het uwe.” Van alle door God geschapen bomen (op eentje na) mogen Adam en Eva eten. Dat zegt iets over hoe gul God is. Zo gul dat de vader in de gelijkenis van de verloren zoon zegt: “Al het mijne is het uwe.” God is zó gul dat Hij Zijn eniggeboren Zoon aan ons gegeven heeft. Dat komt natuurlijk door Zijn liefde. Echte liefde maakt gul en mededeelzaam. Dáárom zegt God: “Al het Mijne is het uwe!”
Hebben wij liefde genoeg om tegen God te zeggen: “Al het mijne is het Uwe. Mijn leven, mijn tijd, alles?” Ik ken een vrouw in de Bijbel die zo heeft geleefd. Het is een weduwe die een klein beetje geld in de schatkist van de tempel stort. Een klein beetje? Alles wat ze heeft! Zij was een vrouw die tegen God zei: “Al het mijne is het Uwe.” Van die liefde is Jezus diep onder de indruk!
Ds. Hagedoorn (Aart-Jan)